Niet in woorden maar in materiaal

De rol van de ontwerper in de transitie naar een plasticvrije toekomst

In gesprek met onze ontwerpers Christien Meindertsma, Tjeerd Veenhoven en Simone Larabi – leestijd interview: 11 minuten

Alle producten zijn ooit ontworpen. Als je goed om je heen kijkt, zie je dat over elk product is nagedacht. Welk materiaal, welke vorm, welke techniek? Nu staan we op een kantelpunt. Microplastics en fast fashion hopen zich op in de natuur en bedreigen zo onze biodiversiteit en gezondheid. Hoe geven we onze toekomst vorm?

De rol van het ontwerp en de ontwerper is belangrijk, maar liefst 80 procent van de kosten en milieubelasting van een product wordt bepaald door… het ontwerp. Het ontwerp bepaalt de keuze van het materiaal, in welke mate een product repareerbaar is, hoe gebruiksvriendelijk en hoe duurzaam. In de transitie naar een leefbare toekomst spelen ontwerpers een onontbeerlijke rol.

De hele keten

Christien Meindertsma, kunstenaar en ontwerper wiens werk onder andere in het MoMa (New York) of het Victoria & Albert Museum in Londen te zien was, maakt een weids gebaar. “Alle producten om je heen zijn ooit ontworpen door iemand. Door de tijd heen zijn al die dingen vaak eindeloos veranderd en verbeterd. Achter bijna alle voorwerpen om je heen zit een lange keten van makers.” Wat ze maar gezegd wil hebben: de ontwerper is slechts een onderdeel van de keten. De meerwaarde ligt dus vooral in de samenwerking tussen alle schakels die samen een keten vormen.

Dat is materiaal ontwerper Tjeerd Veenhoven op zijn lijf geschreven. In zijn studio in Groningen is Veenhoven druk bezig. Hij tekent, loopt en praat tegelijkertijd terwijl hij voorbeelden van duurzame materiaalinnovaties en bijzondere productieprocessen laat zien. Als een soort uitvinder in zijn laboratorium is Veenhoven op zijn plek in deze enorme werkruimte, of beter gezegd, experimenteerruimte.

En dat het eigenlijk veel meer is dan een plek voor experiment blijkt als er constant mensen in- en uitlopen. Waar de één natuurlijke materialen aflevert, vertelt de ander over onderzoek naar schimmels als mycelium. “We ontwerpen waardeketens” vertelt Veenhoven. “Ik ben opgeleid als klassieke productdesigner maar gaandeweg kwam ik erachter dat mijn kwaliteiten toch gewoon ergens anders liggen. Het is het proces dat ik zo fascinerend vind, interessanter dan het eindproduct.” Met een uitgebreid netwerk onderzoekt hij hoe je organische, secundaire restmiddelen kan opwaarderen, wat er allemaal mogelijk is met materialen die composteerbaar zijn, biologisch afbreekbaar of recyclebaar. “Niet biobased trouwens, dat betekent alleen dat er geen aardolie in zit.”

Laat het materiaal spreken

Veenhoven onderzoekt niet vanaf papier maar met zijn handen. Al het denkbare duurzame materiaal gaat daar doorheen omdat heel veel gewoon nog niet op papier staat. In zijn studio onderzoeken ze zelf op welke manier materiaal zich gedraagt. “Waarom zou je met slechte middelen één product maken dat je vervolgens in een winkel zet?” Deze tak van ontwerp is voor Veenhoven bovendien veel te smal. Een productontwerp kan een veel bredere impact hebben. Neem bijvoorbeeld de slippers die de ontwerper van palmbladeren maakte. Een project waarmee hij ook bijdroeg aan sociale cohesie in India en tevens een groot milieuprobleem te lijf ging: de slippers vervingen de plastic en rubber varianten. “Ik ben altijd al meer een Willie Wortel geweest. Van productdesigner ging ik naar materiaaldesign en dat werd designresearch.”

Ook Meindertsma’s interesse ligt vooral bij (industriële) productietechnieken. Op het gebied van wol en linnen is ze al een tijd bezig om de hele productieketen te onderzoeken en om na te denken over nieuwe onderdelen van deze keten. “Ik breng bijvoorbeeld de ketens in kaart en onderzoek of linnen en wol alternatieven kunnen zijn voor materialen die nu synthetisch zijn.” Ze deed een bijzondere ontdekking: in het geval van wol werd gedacht dat de lokale wol niet goed genoeg was voor de industrie maar dat bleek gewoon helemaal niet waar te zijn. “Mijn rol is om dat in het materiaal uit te zoeken en aan te tonen. Dus niet in woorden, maar in het materiaal. Veel mensen zeggen van alles maar lang niet alles is waar. Ik denk dat ontwerpers daar echt een rol in hebben om hun kennis van materialen in het materiaal zelf te laten spreken.”

Net als bij Christien Meindertsma, zit bij Tjeerd Veenhoven zijn kennis niet in woorden maar in het materiaal dat hij onderzoekt. “Al die conclusies die we door de eeuwen heen trekken moet je blijven bevragen. Klopt het wel? Is dit nu wel slim en haalbaar? Mijn doel is om te blijven onderzoeken of dingen nu wel kunnen, nu wel in de ketens passen.”

Van utopie naar plasticvrije toekomst

Met zijn materiaalonderzoeken loopt Veenhoven voor de troepen uit maar dat betekent niet dat dat zijn werk tussen utopie en praktijk blijft zweven, integendeel: zijn werk wordt breed en internationaal gewaardeerd. Inmiddels noemt hij zich waardeketenontwerper en is hij onder andere verbonden aan de samenwerkingsorganisatie Wad van Waarde.

Wad van Waarde ontwikkelt waardeketens rondom lokale hernieuwbare grondstoffen waarvan plasticvrije producten worden gemaakt, die niet duurzame varianten vervangen, om zo tot een plasticvrij Waddengebied te komen. Als je het probleem bij de bron aanpakt, zo is het idee, kom je tot een echt duurzame oplossing. House of Design ontwerpt waardeketens door samenwerkingen op te zetten met partijen in de verschillende schakels in de keten. Boeren, ontwerpers, producenten, onderwijsinstellingen, allen worden verbonden en werken samen aan de producten waar onder andere Studio Tjeerd Veenhoven ook aan meewerkt. Zo’n samenwerking, dat is een keten.

Veenhoven ontwikkelt het WadKrat voor Wad van Waarde. Een prachtig krat gemaakt van vlasscheef, het houtmateriaal dat overblijft bij de productie van vlas, en een pigment voor de mooie kleur. Het bindmiddel dat de ontwerper gebruikt heet PHA (Polyhydroxyalkanoates), een biopolymeer dat geproduceerd wordt door enzymen en microben. Bijzonder is dat het materiaal in een mal wordt verwarmd en geperst waardoor er meteen een 3D-vorm ontstaat, namelijk een hoek. Vier van deze vormen vormen samen het WadKrat. In de nabije toekomst hoopt Tjeerd dat de WadKratten door speciaal ontwikkelbedrijf Dokwurk in Dokkum gemaakt worden. Weer die brede impact van een product. Veenhoven: “Die keuze hangt samen met de focus op het proces. Ik kies niet voor groter en efficiënter maar voor klein en lokaal.”

Een bepaalde cycles

Daar zit volgens de ontwerper geen romantische gedachte achter. Werken met duurzame materialen die lokaal geproduceerd worden, zorgen volgens hem voor sociale cohesie en een bepaalt soort verantwoordelijkheid bij de gemeenschap. Daarmee wordt het product niet persé duurzamer maar wel waardevoller. “Het houdt niet op als het in de winkel ligt maar als het is opgenomen in een bepaalde cyclus.”

Meindertsma beaamt dat. “Ik geloof in het belang van het zien van de tijdelijkheid van producten. Nadenken over waar ze naar toe gaan en hoe ze weer kunnen transformeren tot iets anders.” Op uitnodiging van Wad van Waarde maakte Meindertsma een ontwerp voor een ‘WadJack’ van linnen. Het is niet alleen heel erg mooi, net als het WadKrat past het bij de Wadden en wordt het opgenomen in die natuurlijke cyclus. Stap maar eens op de veerboot, waai uit op het strand, rol van een duin of wandel bij eb over het Wad. Dan voel je over welke cyclus het gaat. Meindertsma voegde wol toe aan het ontwerp. “Omdat ik denk dat de Wadden ook heel erg over wol gaan. Het leek me mooi om de warmte van de wol en de sterkte van het linnen te combineren in één stof.” Ze koos een duurzame partner uit voor de productie van het WadJack: Enschede Textielstad, een industriële weverij die met natuurlijke en lokale garen stoffen produceert. “Omdat Nederlandse wol vaak een beetje prikt heb ik samen met Enschede Textielstad een stof gewoven die aan de ene kant van wol is en aan de andere kant van linnen. Het linnen kun je op de huid dragen en de wol zit lekker warm aan de buitenkant.”

De waarden van het Wad

De Wadden zie je ook terug in de ontwerpen van Simone Larabi. Larabi is, net als Meindertsma en Veenhoven, als ontwerper betrokken bij Wad van Waarde en ook voor haar is de brede impact van de ontwerper van belang. Ze ontwierp bijvoorbeeld, in nauwe samenwerking met de waardeketen van Wad van Waarde, de WadTas en de WadKop. Larabi vertaalt de waarden van het Wad in een beeldtaal die iedereen herkent. Zo zie je de Wadden terug in de kleuren, texturen en patronen die Larabi gebruikt in haar ontwerpen.

De WadTas is gemaakt van linnen. “Dat wordt gemaakt van vlas en is op zichzelf geen nieuwe innovatie, dat is al eeuwen oud. Het groeit goed in de klei van Noord-Nederland. We hebben gekeken naar de bestaande verwerking van vlas tot linnen, waarbij de kwaliteit van de vezel, de dikte van het garen en de weeftechniek leidend zijn voor de eigenschappen van het textiel.”

Larabi ontwierp de Wadkop als hét alternatief voor de weggooi to-go beker. Dit omdat er veel plastic zwerfafval in het Waddengebied wordt gevonden waarvan een groot deel bestaat uit plastic verpakkingen die afkomstig zijn van to-go producten. De kop is gemaakt van PHA, een biologisch afbreekbaar plastic, gemaakt van reststromen uit de landbouw. “Je kunt de WadKop jarenlang gebruiken en hij kan prima in de vaatwasser. Mocht de WadKop per ongeluk overboord waaien dan breekt het af zonder microplastics achter te laten.” vertelt Larabi enthousiast.

Dienend aan duurzaamheid

Waar Veenhoven zijn focus volledig heeft verplaatst naar het ontwerpproces, Meindertsma alle fases in het ontstaan en verval van een product even belangrijk vindt, ligt bij Larabi de nadruk vooral op het eindproduct. Het productieproces is dienend aan de duurzaamheid ervan. Dat zie je terug in de milieu impact van haar ontwerpen, de maatschappelijke betrokkenheid en de details die subtiel naar de plek van materiaaloorsprong verwijzen. “Het kan veel opleveren voor een bedrijf en het milieu, als een ontwerper al in een vroeg stadium bij een productvraag wordt betrokken. De ontwerper kiest tenslotte het materiaal en de techniek waarmee het product gemaakt wordt.”

Door functionele gebruiksproducten te creëren uit lokale, duurzame materialen en die te koppelen aan een vraag uit de markt, ziet Larabi kansen om een goed gegrond product neer te zetten. Om dat product zo duurzaam mogelijk te maken, houdt ze in haar ontwerpen rekening met het materiaalgebruik en de techniek. “Lokale makelij is meestal duurder dan massaproductie. Het ontwerp kan er aan bijdragen dat het product er waardevol uitziet, zodat het langer wordt gebruikt en misschien zelfs wordt gerepareerd.”

De producten die Larabi voor Wad van Waarde ontwierp stralen als het ware het Wad uit. “Het is belangrijk dat het voor mensen een herkenbaar product wordt en het Wadse gevoel oproept. We zijn in gesprek gegaan met onder andere bewoners en (boot)toeristen. Wat maakt het ontwerp een Waddenontwerp? Door de gebruikers van het Wad te betrekken bij het proces hebben wij veel inzicht kunnen krijgen in het Waddengebied. Over het algemeen beleeft men het op dezelfde manier en ziet men de schoonheid, samengevat in: puur, ruimte, weidsheid, dynamiek en seizoenen.”

De toekomst

Hoe geven we onze toekomst vorm? De rol van vormgevers op weg naar een plasticvrije en leefbare toekomst is cruciaal, maar laten we dit vooral in de context van de keten plaatsen. Daarmee doelend op de gehele waardeketen rond een product. Vormgevers betrekken mensen, bezitten een enorme materiaalkennis en bevragen alles, maar dan ook werkelijk álles. Om tot een duurzaam product te komen is de samenwerking tussen alle partijen is de keten en het vanaf de start betrekken van de vormgever, als de lijm tussen alle schakels, de sleutel. En duurzame producten hebben we nodig in die plasticvrije en leefbare toekomst.

Een toekomst waar deze vormgevers ook van dromen ook al staan ze stevig met beide benen op de grond.
Larabi richt zich volledig op het Waddengebied. “Door het tonen van het verhaal van het Wad, een kwetsbaar gebied en UNESCO werelderfgoed, wil ik bewoners, bezoekers en gebruikers van het Wad uitnodigen om het Waddengebied door andere ogen te bekijken. Medeontwerpers wil ik uitnodigen om ook op deze regeneratieve manier te werken, door producten te ontwerpen die we van materialen maken die het gebied ons geeft en na gebruik weer terug kan nemen.”

Veenhoven: “Ik ben een ras optimist en ooit was mijn doel absoluut om de wereld beter maken maar ik zie nu wel in dat dit een veel te simplistisch ideaal is. De wereld is veel complexer en ik doe wat ik kan door mijn creativiteit en talent in te zetten op de maakprocessen en die te blijven onderzoeken.”

Ook Meindertsma richt zich op de impact die ze met haar ontwerpen kan maken en droomt van een toekomst waarin natuurlijke materialen en kwalitatief goede materialen mainstream worden. Door met die natuurlijke materialen, die diep verankerd zijn in onze geschiedenis, aan producten voor de toekomst te werken, draagt ze haar steentje bij. “Ik kan de problemen in het groot niet oplossen maar ik vind het schetsen van alternatieve scenario’s in natuurlijke materialen het mooist om te doen.”

Christien Meindertsma

Tjeerd Veenhoven

Simone Larabi